Monday, June 19, 2006

De tongval van Piet de Visser

Gisteravond zat Piet de Visser als analist bij Studio Sportzomer. De 71-jarige topscout, die door zijn vele dienstjaren als voetbaltrainer en talentenjager inmiddels internationale faam geniet, had de ondankbare taak een serieuze noot te plaatsen in het tafelgesprek met Jack van Gelder, Dennis van der Geest en Yuri van Gelder. Je zag aan Piet dat hij het moeilijk had om zijn stem te laten gelden. Judoka van der Geest, die de afgelopen twee jaar meer in allerhande tv-shows is te zien dan op de tatami, had een gezellig onderonsje met Jack van Gelder en leek niet van plan Piet er tussen te laten.

Gelukkig werd hij wel op waarde geschat door de presentator, die hem rustig de tijd gunde zijn verhaal te doen over zijn werkzaamheden bij PSV en Chelsea. Piet voorziet de Engelse kampioen af en toe van wat advies over spelers, in ruil voor een uitnodiging voor de skybox van eigenaar Roman Abramovitsj of een tochtje op diens luxueuze jacht. Door de bassende stem van Van der Geest, waar hij maar niet overheen kwam, was Piet echter opeens van slag. Midden in zijn verhaal over het poenerige leventje van de Russische oliemagnaat repte hij ineens over een 'boeijng'. In Kirchzarten was het niemand opgevallen, maar er verscheen een groot vraagteken voor mijn ogen. Waar had Piet het toch over? Bedoelde hij een botsing? Had hij het over een futuristisch speeltje van Abramovitsj? Of was het een van de tactische vondsten van José Mourinho? Nee, Piet had het over het wereldberoemde vliegtuigmodel.

Toen het vervolgens over een van de sponsoren van de bekritiseerde Ronaldo ging, had Piet het over Naaikie, waar hij extra lang uithaalde bij de a's. Weer had hij me te pakken. Ging het over Maaikie, de nieuwe scharrel van de Braziliaanse vedette? Is dat de reden van zijn gestaag uitdijende buikje? Ik zag het al voor me: Ronaldo, die, door bondscoach Parreira oogluikend toegestaan, de trainingen liet schieten voor heimelijke afspraakjes met Maaikie. Nee, de nuchtere Piet had het natuurlijk over het wereldmerk Nike.

Pas de derde keer had ik Piet door. Het beeld van de Australische back Chipperfield, die het door de Braziliaanse legende Zagallo aangeboden shirt van Roberto Carlos na een korte inspectie met een hoogmoedige blik weigerde, vormde de aanleiding. Jack van Gelder, de anchorman die een losse presentatie moeiteloos met serieuze journalistiek kan combineren (althans, dat zegt hij zelf), schaterde het uit, en Piet kweet zich weer goed van zijn taak. Zonder een spier te vertrekken becommentarieerde hij deze opvallende actie van 'Sjipperfield'.

Daar trap ik niet meer in, de tongval van Piet de Visser.

Monday, March 20, 2006

De snelste allroundsprintster

Afgelopen weekend toch maar even naar het WK allround schaatsen gekeken, want het toernooi werd gehouden op de wonderbaan van Calgary en er leken wereldrecords in het verschiet te liggen. Voor de Nederlanders hoefde ik niet te kijken, zo berekende ik, want de voltallige équipe was ziek, zwak en misselijk afgehaakt. Nee, in plaats van de vaderlandse troeven Olde Heuvel, Janmaat en Van Dijk te volgen, verheugde ik me op het geweld dat Chad Hedrick, Shani Davis en Cindy Klassen ongetwijfeld zouden ontketenen.

Na de eerste 500 meter van het vrouwentoernooi was mijn vermoeden al bevestigd. Klassen zweefde, snelde, denderde en vloog in haar race over het ijs. Na 37,51 seconden stopte ze de klokken en zette daarmee de concurrentie meteen op een onoverbrugbare achterstand. Koortsachtig begon ik te graven in mijn geheugen. 37,51, dat is sneller dan een Nederlandse sprintster ooit heeft gereden, maar nog veel belangrijker: het is maar 29 honderdste boven het wereldrecord van Catriona LeMay. Nog nooit eerder was een allroundster zo snel over 500 meter.

Het bleek de aanzet tot een geweldig machtsvertoon van de Canadese, die alle vier de afstanden won en op de drie kilometer een fantastisch wereldrecord neerzette. Ondanks de absentie van titelverdedigster Anni Friesinger staat het buiten kijf dat de goedlachse Cindy met grote afstand de beste schaatster ter wereld is. Na haar medaillerush op de Olympische Spelen, die ze eindigde met een gouden, twee zilveren en twee bronzen medailles, liet ze op haar thuisbaan zien dat ze een heel seizoen buitengewoon goed kan zijn. Want behalve haar fabuleuze 500 meter en haar toptijd op de 3 kilometer benaderde ze op de overige afstanden ook de beste mondiale tijd. Op de 1500 meter bleef ze maar zes honderdste boven haar eigen wereldrecord en op de afsluitende 5 kilometer zette ze de tweede tijd ooit neer.

Friday, March 10, 2006

Lopen voor het goede doel

Na drie maanden stage bij de Volkskrant, waar mijn dagelijkse workout zich beperkte tot het bespelen van het toetsenbord en de gang naar de lonkende koffieautomaat, moest ik er vanmiddag maar weer eens aan geloven: hoog tijd om te sporten.

Getooid in stemmende hardloopoutfit, compleet met haarband, begon ik aan wat ik vooraf al had bestempeld als een lijdensweg. En een mini-martelgang was het ook. Mijn conditie viel me alleszins mee, maar mijn benen leken langzaam af te sterven onder mijn romp. Het was duidelijk dat de belasting van zes kilometer over de Leidse wegen mijn benen nogal rauw op hun dak viel. Ze protesteerden hevig door in alle geledingen een gemene, zeurende verzuring te ontketenen. Nee, alsof ik er zin in had... Maar het heilige doel, conditie en lichaamsvormen weer in proportie brengen, hield me op de been en zuchtend en steunend kwam ik thuis aan.

Als een oude man, zo voelde ik me. Altijd heb ik gelachen om mensen die krampachtig aan het sporten slaan om precies dezelfde redenen als ik nu en daarbij zichtbaar pijn leden. Maar nu ben ik er zelf een van en dat zint me voor geen meter. Dus meteen een nieuwe planning gemaakt, met daarin een prestatiecurve die zo steil is, dat het zelfs mijn bergbeklimmende huisgenoot schrik zal aanjagen. Maar zoals met alle goede voornemens, zal ook dit opportunistische plan waarschijnlijk een strijd met mezelf worden. De eerste slag heb ik gelukkig al in mijn voordeel beslist...

Friday, March 03, 2006

Winterperikelen

Het is vrijdag 3 maart, de lente lonkt al voorzichtig, maar vooralsnog is het nog ijzig koud in Leiden. Het is geen pretje door de stad te struinen, op weg naar een lunchafspraak, een koffieafspraak en het postkantoor (om een nieuwe OV aan te vragen). Het is dat ik deze spaarzame vrije dag tussen twee stageperiodes in graag goed wil besteden, want anders was ik lekker binnen gebleven in plaats van me te wagen op de met dooiende sneeuw besmeurde straten. Op naar huis dan maar, weg van de kille wind die mijn schrale handen geselt, om het vrolijke voorjaarsgevoel nog even in de ijskast te zetten.

Als ik de televisie aanzet dringt het pas echt tot me door: de winter is nog in volle gang. Nauwelijks bekomen van de olympische avonturen in Turijn draaien de schaatsers en schaatsers hun rondjes al weer in de tempel van het Nederlandse winterchauvinisme: Thialf. Afgelopen maandag kwamen de olympische helden en heldinnen na een slopende treinreis van elf uur aan in Zwolle, waar de vermoeidheid van hun gezichten viel af te lezen. En toch staan ze vier dagen later weer aan de start van een wedstrijd, de finale van de wereldbeker. Marianne Timmer, die na een merkwaardige misslag in de laatste bocht in de achterhoede op de 500 meter eindigt, staat de eeuwige schaatsinterviewer Bert Maalderink verveeld te woord. Vind je het gek, als die vent voor de zoveelste keer in pakweg drieënhalve maand een microfoon onder je neus duwt? 'Ik ben hier voor de gezelligheid', zegt Marianne. 'Dit is het toetje van het seizoen en wie weet smaakt het wel lekker.' Ze probeert haar aanwezigheid goed te praten, maar uit haar zouteloze commentaar valt op te maken dat ze het ijs liever even had gelaten voor wat het is. Ik kan haar alleen maar gelijk geven. Als kersverse olympisch kampioene wil ze lekker op de tribune zitten bij de training en de wedstrijd van het Nederlands voetbalelftal, waar haar vriend Henk Timmer toe behoort. Niet dat het matige optreden van Oranje haar zal hebben bekoord, maar ik kan me voorstellen dat het heerlijk is om even niet in de schijnwerpers te staan na een slopend toernooi als de Olympische Spelen.

Maar de internationale schaatsunie ISU heeft anders besloten, want het wereldbekerseizoen moet op een waardige manier worden afgesloten. Afgezien van een enkeling zit geen van de schaatsers te wachten op de mosterd na de maaltijd die deze wedstrijd is. En ook ik heb deze winter weer genoeg ijs gezien. Het is maart, tijd om de mooie wintersportmaanden december, januari en februari achter ons te laten en ons met fris gemoed te storten op de voorjaarsklassiekers van het wielrennen, uit te zien naar Roland Garros en Wimbledon en de oranje gadgets af te stoffen om het nationale team deze zomer gepast te kunnen aanmoedigen op het WK.

Ik wil geen sneeuw en ijs meer zien, niet op televisie en niet op de straten. Het is podverdomme maart, de lente komt eraan!